1.   parterre zn. 'benedenverdieping'
categorie:
leenwoord
Vnnl. parterres 'vlakke terreinen met bloemperken' [1649; WNT wonderbaar], parterre 'theaterrang op de vloer' [1731; WNT vol I], 'benedenverdieping' [1899; Bal].
Ontleend aan Frans parterre 'benedenverdieping' [1606-36; FEW], eerder 'vlak terrein met bloemperken' [1579; Rey], oorspr. 'bodem, vloer' [1542; Rey], gevormd uit par terre 'op de grond', van Latijn terra 'grond', zie terras.
De betekenis 'begane grond van een gebouw' bestaat ook in het Duits. Eind 17e eeuw is in het Frans parterre gespecialiseerd tot 'theaterrang op de vloer' [1668; Rey], de benedenverdieping wordt rez-de-chaussée genoemd.
Fries: parterre


  naar boven