1.   kynologie zn. 'kennis van rashonden'
categorie:
leenwoord
Nnl. (afleidingen) een prachtige aanwinst voor elke kynologische verzameling [1889; Het Sportblad 1, 10], kynoloog 'hondenkenner' [1907; Koenen], dan kynologie 'kennis over het fokken van (ras)honden' [1910; Kramers II].
Geleerde vorming, vermoedelijk eerst in het Frans, met het achtervoegsel -logie 'kunde, wetenschap' uit Oudgrieks kúoon (genitief kunós) 'hond', verwant met hond.
Fries: kynology


  naar boven