|
1.  |
abdicatie zn. 'troonsafstand' categorie: leenwoord Vnnl. abdicatie of verlatinge vande Croon [1689; WNT verlating I]; nnl. abdicatie is een onduitsch woord, van 't Fransche abdiquer en beteekent een vrywillige afstand [1773; Boey]. Al dan niet via Frans abdication [15e eeuw] ontleend aan Latijn abdicātiō, dat behoort bij het werkwoord abdicāre 'afstand doen', gevormd uit ab- 'af' en dicāre 'plechtig verkondigen'. ◆ abdiceren ww. 'troonsafstand doen'. Vnnl. abdiceren "ontseggen, afseggen" [1650; Hofman], naast verouderd abdiqueren (< Frans abdiquer [1402]). Wrsch. hypercorrect via de spelling afgeleid van abdicatie (zoals ook bij fabriceren) of met oorspr. -c- door een verkeerde afleiding van het Latijnse werkwoord abdīcere 'verwerpen', dat met abdicāre vermengd werd. Fries: abdikaasje
|
naar boven
|