1821.   innerlijk bn. 'inwendig; wezenlijk'
categorie:
geleed woord
Mnl. innerlijc in die inreliker verborghenheit der schrifturen 'het diepe mysterie van de Schrift' [voor 1400; MNW], ende riepen innerlicken zeer 'en jammerden (van pijn) vanuit het diepst van hun gemoed' [1434-36; MNW-P].
Afleiding met -lijk van de vergrotende trap inner van het bijwoord in. Zie ook uiterlijk 1.
1822.   innig bn. 'oprecht, diep, wezenlijk'
categorie:
geleed woord
Mnl. innich 'vroom, devoot' in so badense in haren gebede met innegher herten den name ons heren 'daarom riepen ze in hun gebeden uit het diepst van hun hart de naam van onze Heer aan' [1276-1300; CG II, Kerst.], ook algemener 'oprecht, uit het diepst van het gemoed' zoals in pylatus ... sprac met inneghen moede: ic ben onsculdech van sinen bloede 'Pilatus sprak uit de grond van zijn hart: ik ben onschuldig aan zijn bloed' [1340-60; MNW-R].
Afleiding met het achtervoegsel -ig van in.
1823.   inspannen (zich) ww. 'zijn best doen, zich beijveren'
categorie:
geleed woord
Vnnl. die my gaf mijn selven ... tegens 't sott geweld van Mond-lust in te spannen 'die mij de kracht gaf mezelf te verzetten tegen het dwaze geweld van vraatzucht' [1651; WNT], even ijverig heeft men later ... zich ... ingespannen en bevlijtigd om genoemd contract te doen herroepen [1663; WNT].
Wederkerend gebruik, letterlijk 'zich aan het werk zetten', van het werkwoord inspannen 'te werk stellen', oorspr. letterlijk '(een paard e.d.) voorspannen, vastmaken aan een wagen, ploeg e.d.', gevormd uit in en spannen 'sluiten, straktrekken, vastmaken'. Zie ook afspanning en uitspanning.
1824.   instemmen ww. 'het eens zijn met iemand of iets'
categorie:
geleed woord, leenvertaling
Vnnl. instemmen 'toestaan, het eens zijn' [1672; Hexham NE]; nnl. zijn Vader wil er niet instemmen [1717; Marin NF], instemmen 'zijn stem geven', in de jongste raadsheeren mogen 'er niet instemmen [1717; Marin], dan ook in de verbinding instemmen met, in dat UE: met mij zal instemmen dat ... 'dat u het met mij eens zult zijn dat' [1783; WNT], Juffrouw de Vry stemt volkomen in met den raad, dien ik u geef [1784; WNT].
Gevormd met in uit stemmen, wellicht als leenvertaling van Duits einstimmen 'instemmen', eerder al 'zijn stem met andere stemmen verenigen (bijv. in gezang)', gevormd uit ein- 'in-' en het zn. Stimme 'stem', zie stem.
1825.   instuif zn. 'onofficiële bijeenkomst'
categorie:
geleed woord
Nnl. instuif 'soort receptie' [1898; Kuipers], 'niet-vormelijke ontvangst' [1908; WNT], 'onofficiële verenigingsavond' [1940; Koenen], 'jeugdwerk waarbij men in en uit kan lopen' [1976; van Dale].
Afleiding van instuiven '(met velen) binnenstormen' [1629; WNT], gevormd uit in en stuiven 'snel bewegen, opwaaien', waarbij het element 'onstuimig' afgezwakt is tot 'informeel'.
1826.   inteelt zn. 'voortplanting uit een verbintenis van verwanten'
categorie:
geleed woord, geleerde schepping, leenvertaling
Nnl. inteelt [1887; WNT staartmensch].
Wetenschappelijk neologisme, gevormd uit in en teelt 'kweek, het voortbrengen van nageslacht', als leenvertaling van Duits Inzucht 'inteelt' [1853; Grimm] of Engels in-breeding 'id.' [1842; OED].
1827.   integendeel
categorie:
geleed woord
Zie: tegendeel
1828.   integraal 1 zn. '(wiskunde) functie die een gegeven functie als afgeleide heeft'
categorie:
geleed woord, leenwoord, bedenker bekend, geleerde schepping
Nnl. eerst in de samenstelling Integraal-Rekening 'bepaalde rekenwijze in de wiskunde' [1740; WNT], dan integraal [1773; WNT reek I], de integraalen toond men aan met de letter S voor aan te stellen [1775; WNT].
Verkorting van integraalrekening, dat een leenvertaling is van Neolatijn calculus integralis, waarin integralis een afleiding is van Latijn integer 'geheel', zie integer; voor calculus 'berekening, rekenmethode' zie calculeren.
De Latijnse term werd in 1690 gemunt door een van de pioniers van de integraalrekening, de Zwitserse wiskundige Jakob Bernoulli (1654-1705). Eerder al pleitte de Duitse wiskundige Gottfried Wilhelm Leibniz (1646-1716) voor de term calculus summatorius 'de rekenkunde van de totalen'. Ze stemden uiteindelijk in met het compromis om Bernoulli's term te gebruiken en Leibniz' symbool, een langgerekte S. In zekere zin is integraalrekening het berekenen van totalen, wat de Latijnse naamgeving verklaart.
integreren 1 ww. 'berekenen van een integraal'. Nnl. integreeren [1775; WNT]. Terugvorming bij het zn. integraal naar het model van klassiek Latijn integrāre, afleiding van integer.
1829.   integreren 1
categorie:
geleed woord
Zie: integraal 1
1830.   intekenen ww. 'inschrijven'
categorie:
geleed woord
Mnl. alle rentebrieven [sal men] tot voorsz. register doen inschrijven ende inteykenen 'alle rentebrieven zal men in genoemd register laten inschrijven' [1479; MNW-B heventyt]; vnnl. de obligatie daermede hy hem ... heeft laeten inteyckenen 'de obligatie waarmee hij zich heeft laten inschrijven' [1560; WNT Aanv. in II], ... hij int gildebouck zal worden ingeteickent '(waarvoor) hij in het gildenboek zal worden geregistreerd' [1615; WNT Aanv. cataract]; nnl. intekenen 'inschrijven (voor een te drukken boek)' [1717; WNT], inteeckenen 'een tekening ergens in maken' [1757; WNT werktijd], inteekenen 'zich verbinden (tot een schenking)' [1885; WNT].
Gevormd uit in en tekenen 'opschrijven'. De betekenis 'voor een boek e.d. inschrijven' is waarschijnlijk een verkorting van zijn naam intekenen [1698; WNT].

< Vorige 10 lemmata | Volgende 10 lemmata >
  naar boven