1.   largo bw. 'zeer langzaam en gedragen'
categorie:
leenwoord, etymologie in brontaal onbekend
Nnl. largo 'met zeker tempo' in verwisseling van adagio, allegro, largo, vivace 'afwisseling van ...' [1751; WNT Aanv.].
Internationale ontlening aan het Italiaanse bn. largo 'langzaam en gedragen' in tempo largo 'breed en langzaam tempo' [1605; Rey], een muziektechnische betekenisuitbreiding van largo 'groot, breed' [ca. 1300; DELI], uit Latijn largus 'ruim, royaal', van onbekende verdere herkomst.
Fries: largo


  naar boven