1.   giro zn. (NN) 'betalingsstelsel; overschrijvingskaart'
categorie:
leenwoord
Nnl. giro 'soort betalingswijze' [1712; De Bruijn-van der Helm 1992], indosso of giro in bianco 'een getekende maar verder blanco wissel' [1734; WNT Aanv.], giro "af- en aanschrijving in de Wissel-bank" [1745; Meijer], een giro, of rondloopende wissel [1766; de Tollenaere 1969, 233], giro 'stelsel van transactie zonder contanten' [1838; WNT bankpapier].
Ontleend aan Italiaans giro 'geldtransactie zonder contanten', eerder al 'rondgang', ontwikkeld uit Latijn gyrus, girus, gurus 'rondgang, kring(loop)', ontleend aan Grieks gūrós 'gebogen, rond', gũros 'kring', zie gyroscoop. Ontlening via Hoogduits giro [1635; Kluge] (NEW, Toll.) is niet noodzakelijk.
De verdere etymologie van Grieks gũros is onbekend. Misschien verwant met: Armeens kor 'gebogen' en Litouws gurnas 'enkel', en dan waarschijnlijk ook met on. kyrra 'stil liggen, bedaren' (nzw. kura 'ineengedoken zitten ofstaan'), mnd. kuren 'loeren, op de uitkijk liggen' (nhd. kauern 'hurken'); < pie. *gow-ero-, *gū-ro (IEW 397).
De betekenis giro 'geldtransactie zonder contanten, het doen rondgaan van een wissel' stamt uit Venetië uit de tweede helft van de 16e eeuw. Daar bestond een officio del giro delle biave 'kantoor voor de betaling van het graan' en in 1619 werd in Venetië officieel de Banco del Giro gesticht. Het woord werd al eerder in het Italiaans in de geldhandel voor transacties gebezigd.
In januari 1609 werd in Amsterdam al 'De Amsterdamse Wisselbank' gesticht, die de oudste girobank van Noord-Europa en de belangrijkste ter wereld was, maar het woord giro werd toen nog niet gebruikt.
gireren ww. 'geld overschrijven'. Vnnl. gireren 'geld overschrijven' [1674; de Bruijn 1992], gegireerde ofte geëndosseerde Wisselbrieven 'schriftelijk op een ander overgedragen wissels' [1676; de Bruijn 1992]. Afleiding van giro met het achtervoegsel -eren. ◆ giromaat zn. 'geldautomaat van de girodienst'. Nnl. giromaat 'idem' [begin 1982; afdeling Marketing van de Postbank], eerder al postgiromaat [1968; WPJ]. Samentrekking van de samenstelling giroautomaat, zie automaat. Giromaat is een beschermde merknaam. Giropas en -betaalkaart verschenen pas begin jaren 1980. In 1986 startte de Postbank met de massale invoering van de giromaatpas. Sinds begin 1997 biedt de Postbank haar klanten ook girotel 'giro via de computer met directe telefoonverbinding', het gironet 'giro via internet' en de girofoon 'giro via de telefoon' als service aan.
Literatuur: De Tollenaere 1969, 232-233


  naar boven