1.   jullie vnw. 3e pers. mv.
categorie:
geleed woord
Als persoonlijk voornaamwoord: nnl. Jullie kennen allenmijne arrestanten! [1841; WNT Supp. arrestant], zeg, vroûtjes, wille jullie wel na hûis gaan, je arepele brande an [1882; WNT verdijd]. Als bezittelijk voornaamwoord: nnl. om voor jullie pleizier, jan domie! weer op te staan [1844; WNT uitbulderen]. Wellicht al ouder, gezien de vorm jully die in 1741 (Scholtz 1954) in het Afrikaans is geattesteerd (huidige vorm julle). Een vermoedelijke voorloper is ju lieden in mnl. gheeft ende men sal ju lieden gheven [1440-60; MNW-R].
Een relatief jong persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord, dat vanuit de Noord-Nederlandse spreektaal in de standaardtaal is opgenomen. Twee processen spelen een rol in het ontstaan van jullie. Enerzijds verdween in de Middelnederlandse periode het voornaamwoord du voor de 2e persoon enkelvoud, waardoor er in de 2e persoon geen onderscheid meer werd gemaakt tussen enkelvoud en meervoud; voor beide gebruikte men gi, nnl. gij, in de onverbogen vormen en u in de verbogen vormen, met in het Hollands de klankvarianten ju, juwe, nnl. jou voor u, uwe en later ook jij voor gij. Anderzijds bestond al vroeg in het westelijke Middelnederlands de mogelijkheid om in alle naamvallen alle meervoudige voornaamwoorden uit te breiden met liede(n), bijv.: mnl. vor ons leden 'voor ons' [1263; CG I, 79], hem lieden 'aan hen (datief meervoud)' [1237; CG I, 31], te haerleder beder vrien eghindome 'als hun beider vrij bezit' [1280; CG I, 537], dat haerlieder molen deren mach 'dat hun molen tot last kan zijn' [1297; CG I, 2360], van al huen lieden 'van hen allen' [1290-1310; MNW-R], gi liede, u liede(n) 'jullie' [1300-50; MNW-R], ju lieden (zie hierboven).
De vormen met -lieden in de 1e en de 3e persoon en die met gij en u bleven in de zich ontwikkelende standaardtaal nog tot in de 19e eeuw in gebruik maar behoorden steeds meer tot de verheven taal, terwijl er dialectisch vele varianten van ontstonden. Jij en jou en het onbeklemtoonde je en hun verlengde vormen met -lieden en nevenvorm -lui bleven daarentegen lang uitsluitend tot de spreektaal behoren; de ontwikkeling van vormen en gebruik is daardoor moeilijker te reconstrueren. In de 17e t/m de 19e eeuw worden sporadisch vormen aangetroffen als jy luy [1616, bij Hooft; WNT stok], juyluy [1709; Kloeke 1941], joului [1752-77; Kloeke 1941, 169], je lui [1775; WNT Aanv. capricieus] (alle als zinsonderwerp). De gangbare opvatting is dat uit deze vormen jullie is ontstaan, door achtereenvolgens verschuiving van de klemtoon van tweede naar eerste lettergreep, verzwakking van -lui tot -lie, en aanpassing van de spelling aan de uitspraak. Meer in het bijzonder gaat men uit van jijlui (FvWS, Verdenius 1942) of van joului (Kloeke 1941), welke laatste vorm oorspr. als meewerkend of lijdend voorwerp werd gebruikt. Hoewel dit zeker mogelijk is, bestaat er een eenvoudiger verklaring. De frequentste vorm in de 18e- en 19e-eeuwse Noord-Nederlandse spreektaalweergave is volgens het WNT-corpus je lui, jelui; dat is begrijpelijk: ook je is immers in de spreektaal frequenter dan jij en jou, net zoals de spreektaalvormen bij andere persoonlijke voornaamwoorden, bijv. we versus wij en ze versus zij; lui is de Hollandse spreektaalvariant van lieden. Er zullen ongetwijfeld veel meer spreektaalvarianten hebben bestaan, met een grote regionale verscheidenheid, zoals die ook bij wijlieden/onslieden, gijlieden/ulieden en zijlieden/hunlieden is opgetekend (zie WNT); het huidige standaardtalige jullie kan niet onafhankelijk van deze vormenrijkdom zijn ontstaan. Zo kan de substandaardvorm hullie 'zij (mv.)' verklaard worden uit hunlieden door assimilatie -nl- > -ll- en uitval van de -d- tussen klinkers (-lieden > -lieë > -lie); vervolgens kunnen door analogiewerking zullie 'zij (mv.)' [18e eeuw, Den Haag; Kloeke 1938, 29] en ook jullie zijn ontstaan. Zelfs vrullie = vrouwlieden komt voor. De klemtoon in jullie ligt nu op de eerste lettergreep omdat er onderscheid moest worden gemaakt tussen de voornaamwoorden met -lieden, -lui. Wrsch. zal zelfs in de conservatieve voornaamwoorden wijlieden etc. de hoofdklemtoon dikwijls op de eerste lettergreep zijn gelegd.
Volkomen vergelijkbaar met de Nederlandse ontwikkeling is de tendens die zich in de hedendaagse spreektaal van de Engelstalige landen aan het voltrekken is. Van het persoonlijk voornaamwoord you 'jij, jullie' verschijnen onderscheidende meervoudsvormen als you people (vooral Brits-Engels), you guys (vooral Amerikaans- en Australisch-Engels) en you all.
Literatuur: G.G. Kloeke (1938), 'Haagse volkstaal uit de achttiende eeuw', in: TNTL 57, 15-56; G. Kloeke (1941), 'Over jullie en enige andere pronomina', in: NTg 35, 161-170; A. Verdenius (1942), 'Over het voornaamwoord jullie', in: NTg 36, 249-255; J. du P. Scholtz (1954), 'Die Geskiedenis van die Persoonlike en Besitlike Voornaamwoorde in Afrikaans', in: Tydskrif vir Wetenskap en Kuns, april 1954, herdrukt in Taalhistoriese Opstelle, Pretoria 1963; S. Aalberse (2004), 'Waer bestu bleven? De verdwijning van het pronomen "du" in een taalvergelijkend perspectief', in: Nederlandse Taalkunde 9, 231-252; A. van Loey (1958), 'Over pronomina van het type wijlieden', in: Album Edgard Blancquaert, Tongeren, 319-322


  naar boven