1.   chroom zn. 'zeker metaal, scheikundig element (Cr)'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. chrom "een nieuw ontdekt metaal" [1824; Weiland], chromium 'metaal' [1872; Dale], chroom 'id.' [1893; WNT uraan].
Internationaal woord, voor het eerst in het Frans als chrome 'metaal, het element Cr' [1797; Rey], door de chemicus N.L. Vauquelin bedacht voor het zojuist ontdekte metaal, betekenisuitbreiding van Frans chrome 'retorische figuur' [1753; Rey], eerder ook al crome 'kruis, modulatie in de muziek' [1562; Rey] < Laatlatijn chroma < Grieks khrõma '(huids)kleur, kleuring, stijl, modulatie', een afleiding van khrṓs 'lichaam, huid, huidskleur', van onbekende oorsprong. Vauquelin koos de naam chrome vanwege de fraaie kleuren van de verbindingen van het element. De wetenschappelijke vorm chromium is gevormd uit Frans chrome en het Neolatijnse achtervoegsel -ium, waarmee chemische elementen worden aangeduid.
Fries: groom


  naar boven