1.   -es achterv. dat vrouwelijke functienamen maakt
categorie:
leenwoord
Mnl. -esse in bijv. abbedesse [13e eeuw, zie abdis]; vnnl. princesse, voogdesse [16e eeuw, zie prins, voogd]. Later ook de variant -eresse/-aresse in bijv. sondaresse [17e eeuw], ter vervanging van een ouder achtervoegsel -erse in bijv. klussenerse 'kluizenaarster' [1265-70; CG II, Lut.K], sonderse 'zondares' [1290-1310; MNW-P].
Het achtervoegsel -es, ouder -esse waarvan de eindlettergreep is weggevallen conform de Franse uitspraak, is als zelfstandig Nederlands achtervoegsel tot ontwikkeling gekomen onder invloed van Franse leenwoorden op -esse. Dit Franse achtervoegsel is de voortzetting van (vooral christelijk) Latijn -issa < Grieks -issa < *-ik-ja. Middelfrans -eresse is in de 17e eeuw opnieuw ontleend als -eresse met bijvorm (onder invloed van -aar) -ares (nnl. -eres en -ares). De Middelnederlandse vorm -erse die daardoor vervangen werd, is oorspr. ook uit het Frans ontwikkeld, vanuit Oudfrans -er-esse, dat dan meestal bestond naast een mannelijke variant op -eur. Hiermee niet te verwarren is de uitgang van woorden als burgermeesterse 'burgermeestersvrouw' (verouderd), dat met -se is gevormd evenals Groningse.
In het Frans worden met -esse vooral vrouwen uit de voorname stand aangeduid, zoals duchesse 'hertogin', princesse 'prinses'. Voor het dubbele achtervoegsel -er-esse gold dit minder, bijv. chanteresse 'zangeres' (Nieuwfrans chanteuse). Het Nederlands kent min of meer hetzelfde patroon: de meeste woorden op -es behoren tot een hoger register, bijv. barones, voogdes, profetes, naast woorden op -eres, -ares die dat kenmerk minder hebben, bijv. zangeres, eigenares. Productief is dit achtervoegsel nu niet meer.
In functienamen waarvan het mannelijke equivalent in het Nederlands eindigt op -aris krijgt de vrouwelijke vorm de uitgang -esse; de enige gebruikelijke voorbeelden daarvan zijn bibliothecaresse en secretaresse.
Literatuur: L. Koelmans (1978) 'Uit de geschiedenis van de Nederlandse achtervoegsels I: over de vorming van vrouwelijke persoonsnamen', in: Nieuwe tegenstellingen op Nederlands taalgebied, Utrecht


  naar boven