1.   schrapen ww. 'afkrabben, bijeenbrengen'
categorie:
waarschijnlijk erfwoord
Mnl. sc(h)rapen 'door afkrabben bijeenbrengen of verwijderen', eerst in samenstelling in yemant die noppede mit scraepyzer 'iemand die zou ontnoppen met een schraapijzer' [1376; MNW schraepiser], dan in scrapet dat al doore ende maket al die screven wel suver 'schraap het (vuil) helemaal uit (de wond) en maak alle sneden goed schoon' [15e eeuw; MNW tafele], Hi en scrapede dat etter niet of 'hij schraapte de etter niet weg' [1439; MNW], Rapen ende scrapen des tijdlics goeds 'bijeenvergaren van aardse goederen' [1485; MNW]; nnl. de keel schrapen 'door een inwendige beweging de keel van slijm ontdoen' in waarna hij zich weder de keel schraapte [1856; Gids].
Ablautende variant van een sterk werkwoord mnl. sc(h)repen 'schrapen', zoals in die mine wet. Niet ne houden salic of screpen 'wie zich niet houden aan mijn wet zal ik wegschrappen' [1285; VMNW], des siecs tonghe screpen 'de tong van de zieke afkrabben' [1287; VMNW]. Dit werkwoord, dat al in de 14e eeuw voornamelijk zwak vervoegd werd (bijv. in Screepte af dat was ende vant den raet '(hij) schraapte de was af en vond de raat' [1300-25; MNW-R]), raakte later verouderd.
Mnd. schrapen 'schrapen, schrappen' (nnd. en door ontlening nhd. schrapen, schrappen); oe. scrapian 'id.' (ne. scrape); on. skrapa 'id.' (nzw. skrapa); < pgm. *skrapōn-. Bij het sterke werkwoord schrepen < pgm. *skrepan- horen verder alleen nog oe. screpan 'schrapen, krabben', mhd. schreffen en nfri. skreppe 'ingespannen werken; haastig lopen'.
Verwant met: Latijn scrobis 'kuil, graf'; Litouws skrebė́ti 'krabben, schrapen'; Russisch skrestí 'id.', Pools skrobać 'id.'; Welsh craf- 'id.'; alle 'krabben, schrapen', bij de wortel pie. *(s)kreb- (LIV 562).
Bij schrapen ontstond een intensieve variant schrappen. Schrapen en schrappen waren aanvankelijk min of meer synoniem met elkaar. In het hedendaagse Nederlands zijn de betekenissen enigszins uit elkaar gegroeid: beide hebben betrekking op een gelijksoortige beweging, maar bij schrapen ligt de nadruk vaker op het bijeenbrengen en bij schrappen op het verwijderen.
Een andere klankvariant is schrabben 'krabben, schrapen' (waarbij nfri. skra(a)bje 'id.'), dat wellicht is ontstaan onder invloed van krabben. Daarnaast met afwijkende betekenis schrobben.
Fries: skreppe 'ingespannen werken; haastig lopen'


  naar boven