1.   geliefd bn. 'bemind'
categorie:
geleed woord
Vnnl. geliefd 'bemind', in: die gehate Doodt ofte het gheliefde Leven [1568; WNT Supp. angstvuldig], dese is mijn geliefde Sone, inden welcken ick myn wel-behaghen hebbe [1648; WNT verheerlijking]; nnl. eene geliefde persoon [1785; WNT], wy zien hier myne geliefde stelling weder bewaarheid [1785; WNT].
Oorspr. het verl.deelw. van lieven 'beminnen', wellicht mede onder invloed van Hoogduits geliebt 'geliefd'. Zie ook gelieven 2.
geliefde zn. 'beminde, liefje, verloofde'. Vnnl. geliefde 'id.': Geliefde, gedenckt ghy der woorden die ... 'beminde toehoorder, denk aan de woorden die ...' [1637; WNT voorzeggen II]; nnl. myne geliefde 'mijn uitverkorene' [1785; WNT]. Zelfstandig gebruik van het bn. geliefd.


  naar boven