1.   -ling(s) achterv. dat bw. vormt
categorie:
geleed woord
Mnl. nuwelinge 'onlangs, pas geleden' [1240; Bern.] (naast mnl. niewinghe 'onlangs' [1281; CG I]), cortelinge 'kort daarna' [1265-70; CG II]; vnnl. sijdelinx 'van opzij komend' [1615; WNT vrijen II], zylinghs 'zijwaarts' [1620; WNT wel V], mondelinx 'mondeling' [1634; WNT wel V], droppelinx 'druppelsgewijs' [1644; WNT droppelings].
De oorspr. vorm is mnl. -linghe; de moderne varianten -ling en -lings zijn hieruit in het Vroegnieuwnederlands ontstaan door sjwa-apocope en toevoeging van een bijwoordelijke -s. De verdere herkomst van mnl. -linghe is onduidelijk. Net als bij het achtervoegsel -ling (mnl. -linc), komt ook bij dit achtervoegsel een variant -inghe voor. Maar zowel in het Middelnederlands als in het Oudhoogduits en het Oudengels zijn afleidingen zonder -l- zeldzaam, bijv. niewinghe 'onlangs'. Het is dan ook niet zeker welke vorm het achtervoegsel oorspr. had. Uiteindelijk verdween de variant zonder -l-.
Men neemt meestal aan dat zowel mnl. -(l)inghe voor bijwoorden, als mnl. -(l)inc voor zn., en misschien ook mnl. -inc voor nomina actionis, etymologisch identiek zijn, waarbij mnl. -(l)inghe < onl. *-(l)ingō slechts een bijwoordelijke uitgang onl. -ō- had. Maar de Germaanse splitsing in afzonderlijke achtervoegsels heeft al in een zeer vroeg stadium plaatsgevonden, waardoor de details over deze relatie zeer onzeker zijn.
Mnd. -linge, -linges; ohd. -(l)ingūn, -(l)ingon (vnhd. -ling, maar nhd. -lings o.i.v. het mnd.); oe. -linga; < pgm. *-lingōn(?), *-ingōn.
De oudste woorden met mnl. -linghe zijn gevormd uit zn., bijv. mondelinghe 'mondeling, hardop' (zie mond), ruggelinghe 'achterwaarts', en uit bn., bijv. galinghe 'plotseling' bij ga 'snel', cortelinghe 'in het kort; binnenkort'. Afleidingen van werkwoorden zijn zeldzaam, zie ijlings onder ijl 1 en rakelings. Veel van deze woorden hebben een synoniem op -lijk, bijv. mnl. mondelike, galike. Er is geen systematisch betekenisverschil tussen -lijk en -ling(s). Zie verder bijv. blindelings onder blind, plotseling, enz.
Literatuur: Schönfeld, par. 170B
Fries: -ling(s)


  naar boven