1.   geest 2 zn. 'zandgrond'
categorie:
waarschijnlijk erfwoord
Onl. in de Zuid-Hollandse plaatsnamen Osgeresgest 'Oegstgeest' en Polgest 'Poelgeest' en de namen van nog enkele onbekende plaatsen in Zuid-Holland: Husingesgest, Hustingest, Langongest, Litlongest [alle 918-48, kopie eind 11e eeuw; Künzel], waarin het tweede element '(ontginning op) zandgrond' betekent; gest 'geest' [wrsch. 1083; Slicher van Bath], ghest, gheest 'geestgrond' [1105-20; id.], Uytghest 'Uitgeest' (Noord-Holland) [1105-20; Künzel]; mnl. in de plaatsnaam De Geest 'De Gest' (Noord-Holland) [1280-87; VMNW]; gheest 'geest(grond)' [1319; MNW].
Mnd. gēst 'hoog, droog land'; ohd. geisinī 'onvruchtbaarheid' (nhd. Geest 'hoog, droog land'); ofri. gāst 'onvruchtbaar' (nfri. gaast, geast 'zandgrond'); oe. gæsne 'onvruchtbaar'; ozw. gistinn 'met spleten met de droogte' (nijsl. gisinn 'open door droogheid'; nzw. gisten 'uitgedroogd, door uitdroging gebarsten, lek door ouderdom'); dentaaluitbreiding van de stam pgm. *gais- (voltrap) / gis- (nultrap) 'gapen, openstaan', van de wortel pgm *gai- / gi- 'openstaan' zoals in gapen en geeuwen.
Als het woord van de wortel van 'gapen' is afgeleid, moet de grondbetekenis 'door droogte scheuren krijgen' zijn, onvruchtbaar, droog land dus. Het verband tussen 'zandgrond' en 'onvruchtbaar' is dat de hooggelegen zandgronden onvruchtbaar zijn. Het feit dat de huidige geestgronden juist bekendstaan om hun vruchtbaarheid, is het gevolg van afgraving van het zand van de oude strandwallen.
Fries: gaast, geast


  naar boven