Favorieten

1 lemma in uw favorieten




Met de knop 'Alles wissen' wist u al uw favorieten.


Met het prullenbakje kunt u één specifiek lemma uit de lijst verwijderen.
bagatel zn. 'kleinigheid'
categorie:
leenwoord
Vnnl. bagatellen (mv.) 'prullen' [1666; WNT zwetsen].
Ontleend aan Frans bagatelle [1548] < Italiaans bagatella 'kleinigheid, goochelarij'. Misschien komt de Italiaanse vorm voort uit een verkleinwoord van middeleeuws Latijn baca 'bes' (waaruit ook bei). De betekenis zou zich dan hebben ontwikkeld via 'klein besje' naar 'iets onbelangrijks'. Een minder wrsch. etymologie is die uit middeleeuws Latijn baga 'pak, bundel', waarbij misschien ook bagage.
bagatelliseren ww. 'als een bagatel voorstellen' [1950; Dale]. Wrsch. ontleend aan Duits bagatellisieren 'id.' [1e helft 20e eeuw; Pfeifer], afgeleid van Bagatel 'kleinigheid'.
Fries: ◆ bagatellisearje