Gezocht op:
trefwoord: "krauwen"
1 tot 1 van 1
Index:
kramp
kranig
krans
krant
krap
kras
krassen
krat
krater
krats
krauwen
krediet
kreeft
kregel
krekel
kreng
krent
krenterig
kreukel
kreuken
kreunen
1.
krauwen
ww. 'zacht krabben'
categorie:
erfwoord
Mnl.
crawen
,
crauwen
'krabben, wrijven' [1240; Bern.].
Mnd.
krauwen
; ohd.
krouwon
'verscheuren, krabben'; ofri.
upkrawia
'naar boven ombuigen'; < pgm.
*krauwōn-
'krabben', afleiding van
*krawa-
'klauw'.
Heel misschien verwant met Grieks
grū
'vuil onder nagels na het krabben', < pie.
*gr-eu-
(IEW 388).
Fries: -
naar boven