1.   dictie zn. 'wijze van zeggen, voordracht'
categorie:
leenwoord
Vnnl. dictie 'wat gezegd wordt' [1548; WNT zijde I]; nnl. dictie 'wijze van zeggen en uitdrukken' [1778; WNT uitdrukking].
Al dan niet via Frans diction [1176-84; Rey] ontleend aan Latijn dictiō 'uitspraak, wijze van spreken', later 'woord', een afleiding van het werkwoord dīcere 'spreken', verwant met -tijgen in aantijgen, en waaruit ook bijv. dichten 2 'poezie schrijven'.


  naar boven