1.   dolmen zn. 'grafmonument uit de bronstijd, hunebed'
categorie:
leenwoord
Nnl. dolmen 'id.' [1847; Kramers, zij het met een achterhaalde historische verklaring].
Ontleend aan Frans dolmen 'id.' [1805; Rey], eerder in de vorm dolmin, wrsch. door archeologen overgenomen uit Cornisch tolmen [1754; Rey], letterlijk 'stenen opening, naam van megalieten in Dartmoor', uit Cornisch toll, tell 'gat' en men, meyn 'steen'; zie ook menhir. De veel geciteerde opvatting dat de Franse vorm terug zou gaan op de Bretonse woorden taol, tol 'tafel' en mean, men 'steen' is minder wrsch., omdat de samenstelling in het Bretons *taolvean of *tolven zou opleveren.
De dolmen bestaat uit enkele rechtopstaande megalieten, afgedekt door ten minste één horizontale deksteen. In Nederland was het woord hunebed voor dezelfde soort monumenten al ingeburgerd voordat het woord dolmen ingang kreeg. Traditioneel wordt onderscheid gemaakt tussen een dolmen en een menhir, een lange op zichzelf rechtopstaande steen.


  naar boven