1.   uitslag 2 zn. 'huidaandoening'
categorie:
geleed woord
Vnnl. uytslag 'uiterlijk zichtbare, ziekelijke verandering aan de huid' in jeuckte over mijn lijff, sonder nochthans eenighe kennelijcke uytslagh [1694; iWNT]; nnl. 'id. op muren e.d.' in Muuren [die] uytslag gaven [1755; iWNT].
Afleiding van vnnl. uytslaen in de betekenis 'naar buiten komen, zich ergens vertonen', in het bijzonder 'uitslag krijgen' zoals in Sy was met stippelkens uytgeslagen [1599; iWNT], uit uit en slaan.
Fries: Ăștslach


  naar boven