1.   harmonica zn. 'muziekinstrument'
categorie:
geleerde schepping, bedenker bekend
Nnl. harmonica 'glasharmonica' [1824; Weiland], de gewone harmonica 'soort accordeon' [1876; WNT]; in de samenstellingen trekharmonica [1868; WNT trekken], mondharmonica [1883; WNT], en harmonicawagens 'gelede wagons met harmonicaverbindingen' [1948; WNT spoorweg], harmonicadeur 'vouwdeur' [1954; WNT Aanv. beweging].
Internationaal neologisme, in 1761 of 1762 geïntroduceerd door de Amerikaanse staatsman en natuurkundige Benjamin Franklin (1706-1790), als naam voor een instrument dat hij had ontworpen. Hij noemde het armonica, daarbij bewust kiezend voor een woord uit het Italiaans, de taal van de toenmalige muzikale wereld. Het Italiaanse woord, dat 'muzikaal, harmonieus' betekent, gaat via Latijn harmonicus terug op Grieks harmonikós 'muzikaal, bekend met de harmonie', afleiding van harmonía 'harmonie', zie harmonie. In de meeste talen die het woord nu kennen, wordt de etymologische vorm met ha- gebruikt.
Franklins instrument, de glasharmonica, werkte op basis van een reeks glazen kommetjes, die met de vingers werden bespeeld. Het gebruik van verschillende losse glazen om er muziek mee te maken werd in Europa ingevoerd uit Perzië in de 11e eeuw. Franklin besloot, onder de indruk van het spel van E. Delaval op dergelijke glazen, er een echt instrument van te maken, accurater van toon en beter bespeelbaar dan losse glazen. Later werd het woord aan diverse andere nieuwe muziekinstrumenten toegekend. Het gevolg is dat, in elk geval in het Nederlands, het woord harmonica als simplex niet eenduidig is, uit de context moet blijken welk muziekinstrument bedoeld wordt, tegenwoordig meestal een van de twee hierna genoemde. Bij de mondharmonica, in 1821 uitgevonden door de Duitser Christian Friedrich Ludwig Buschmann (1805-1864), worden stalen strookjes door lucht uit de mond aan het trillen gebracht. Buschmann ontwierp ook de eerste trek- of handharmonica, die op hetzelfde principe werkt, maar waarbij de luchtstroom door een blaasbalg wordt voortgebracht. Een variant hiervan is de accordeon. In Vlaanderen wordt een trekharmonica ook wel een trekzak genoemd.
In figuurlijke zin, naar het karakteristieke vormelement, de balg, van de trekharmonica, wordt harmonica- ook als eerste lid in samenstellingen gebruikt, bijv. in harmonicadeur of -wand 'vouwdeur of -wand', harmonicabus 'gelede bus'.


  naar boven