1.   planeet zn. 'hemellichaam'
categorie:
leenwoord
Mnl. planete 'dwaalster, planeet' [1240; Bern.], Dat ... van den VII planeten elc mensche heeft sine nature 'dat ieder mens zijn karaktereigenschappen van de zeven planeten heeft' [1351; MNW].
Ontleend aan Latijn planēta (mv. planētae) 'planeet', nevenvorm naast ouder planētes (mv.) 'planeten', ontleend aan Grieks plánḗtēs 'id.', verkorting van plánḗtēs astéres, letterlijk 'dwaalsterren' (zoals ook klassiek Latijn stellae errantes 'dwaalsterren' betekent). Grieks planḗtēs is het meervoud van plánès (genitief plánētos) 'zwerver, zwevende ster', een afleiding van planãn '(doen) dwalen', van onbekende herkomst.
De planeten werden dwaalsterren genoemd omdat ze in ogenschijnlijk onregelmatige banen langs de "vaste" sterren bewegen.
Fries: planeet


  naar boven