1.   stroman zn. 'persoon die voor een ander handelt'
categorie:
geleed woord
Nnl. strooman 'vogelverschrikker, pop van stro' in gemaakte stroomannetjes, die men om de vinken en andere vogelen te verjagen, op de koornlanden stelt [1736; iWNT], welke meisjes in de buurt eenen strooman verdienen [1839; iWNT], Iemand die een geveinsde rol speelt, om een ander buiten spel te houden, dient voor strooman [1865; Navorscher].
Samenstelling van stro en man, dus letterlijk 'man van stro'. Een pop van stro werd gebruikt voor handelingen waar men geen mensen voor kon gebruiken, bijv. als vogelverschrikker, als doelpop bij toernooien, voor symbolische verbrandingen. Overdrachtelijk werd een stroman de aanduiding voor een persoon die niet voor zichzelf handelt, maar als willoos werktuig van een ander, die daardoor onopgemerkt blijft; meestal is er sprake van onrechtmatige of onoirbare praktijken. Daarnaast staat het synoniem stropop 'stroman' (Eenige redacteurs zijn stroopoppen [1851; Gids]). De relatief late attestatie van de overdrachtelijke betekenis doet vermoeden dat het een leenbetekenis is van de eerder geattesteerde Duitse samenstelling Strohmann 'pop van stro' [16e eeuw; Kluge], 'voorgewende persoon, stroman' [18e eeuw; Kluge] of van Frans homme de paille 'id.' [eind 16e eeuw; Rey].
De toenaam van hughe stroman [1285; VMNW] heeft een andere betekenis en kan als beroepsnaam van bijv. een strohandelaar of strosnijder worden beschouwd.
Fries: strieman


  naar boven