1.   beklag zn. 'het zich beklagen'
categorie:
geleed woord
Mnl. beclach 'aanklacht' [1265; Stall. I, 158], beclaech, beclach 'klacht' [1470; MNW]; vnnl. beclaech 'het zich beklagen' [1652-62; WNT].
Afleiding van beklagen, dat afgeleid is met be- van het werkwoord klagen.
Vnnl. beklag [voor 1650; WNT] kon ook 'rouwbeklag' betekenen; die betekenis bestaat nu alleen nog in de samenstelling. Beklag komt vooral voor in de uitdrukkingen zijn beklag doen en zijn beklag indienen.
Fries: beklach, beklei


  naar boven