|
1. |
bauxiet zn. 'aluminiumerts' categorie: leenwoord, geoniem, geleerde schepping, bedenker bekend Nnl. bauxiet 'witte of bruine delfstof' [1871; Sanders 1995]. Ontleend aan Frans bauxite 'aluminiumerts' [1928; Rey], ouder volksetymologisch gespeld beauxite [1837; Rey]. Het mineraal werd in 1821 bij Les Baux (Bouches-du-Rhône) gevonden en geanalyseerd door de Franse mijningenieur P. Berthier en naar de vindplaats genoemd, met het achtervoegsel -iet dat onder meer in de geologie wordt gebruikt voor namen van gesteenten en ertsen, en ook bijv. in bakeliet. Fries: bauksyt
|
naar boven
|