1.   proef zn. 'test, experiment'
categorie:
leenwoord
Mnl. prueve, prove, proeve 'bewijs' in sonder ander prueue 'zonder ander bewijs' [1285; VMNW], 'onderzoek' in ondersoeke, ende proue [1298; VMNW]; vnnl. prouf 'gilde-examen, meesterproef' in die de prouf ... moeten afnemen [1583; WNT], proef 'bewijs, bewijsgrond, redenering, argument' en proef, proeve 'experiment, onderzoek, probeersel' en proeve 'proef of voorproef van spijs of drank' [alle 1599; Kil.], 'staal, monster' in proefkens of monsterkens [1646; WNT], 'probeersel, eerste versie' in we krijgen der ... eerst een proef van [1694; WNT]; nnl. proef, proeve 'experiment' in Natuurkundige Proeven [1765; WNT], 'bewijs' of 'examen' o.a. nog in de uitdrukking proeve van bekwaamheid [1807; WNT], 'probeersel, eerste versie' o.a. nog in drukproef [1825; WNT drukproef], 'test' in bloedproef 'bepaling van het alcoholgehalte in het bloed' in na ... de bloedproef in de cel opgesloten ter ontnuchtering [1950; Soester Courant].
Ontleend aan Frans preuve 'proefneming' [1253; TLF], eerder al 'bewijs' [1160-74; TLF], variant proeve [1283; TLF affirmatif], afleiding van prouver 'aantonen, bewijzen', zie proeven.
proefballon zn. 'handeling of uitlating om reacties uit te lokken'. Nnl. proefballon 'uitlating of handeling als proef om reacties te testen' in men beschouwt het bericht als een proefballon [1909; Archief Eemland], proefballon 'kleine ballon opgelaten om richting en kracht van de wind te leren kennen', 'middeltje om de zienswijze of de mening van iemand of een groep te leren kennen' [1912; Koenen], (bod bij bridge) één schoppen ... een proefballon [1918; Groene Amsterdammer]. Samenstelling van proef en ballon, als vertaling van Frans ballon d'essai.
Fries: proef ◆ ?


  naar boven