1.   gabardine zn. 'waterdichte stof voor regenkleding'
categorie:
leenwoord
Nnl. gabardine 'soort stof voor dameskleren' [1919; Kramers II], 'waterdichte kamgaren stof voor regenjassen etc.' [1926; Kramers II], 'regenjas van waterdicht gemaakte stof' [1932; Koenen]; later ook als bn.: een gabardine regenjas [1940; WNT Aanv.]. De betekenis 'regenjas' is eind 20e eeuw verdwenen.
Ontleend, misschien via Frans gabardine 'waterdichte stof' [1925; Rey] en 'regenjas van waterdichte stof' [1932; Rey], aan Engels gabardine 'waterdicht gemaakte stof' [1904; OED], eerder al gabardine, gaberdine 'lange, loshangende jas gedragen door joden' [1596; OED], gawbardyne 'lang, los overkleed' [1520; OED]. Engels gabardine is ontleend aan Middelfrans gaverdine, gavardine 'mantel, cape' [1482; Rey], dat zelf wrsch. ontleend is aan Spaans gavardina 'soort lang kleed' [1423; Corominas]. Waarschijnlijk is Spaans gabardina ontstaan uit een kruising tussen gaban (< Arabisch qaba') 'overjas' (Nederlands kabaai) en Spaans tavardina, tabardina 'korte boerenmantel', verkleinwoord van tabardo, zie tabbaard. Omdat in het Middelfrans vormen voorkomen als gallevardine [1510; BvW], wordt ook wel gedacht aan een afleiding van mhd. wallevart 'pelgrimstocht', gevormd uit wallen 'rondtrekken', van onduidelijke herkomst, en vart 'tocht' bij var(e)n 'gaan', zie varen 2; de betekenis zou dan 'pelgrimskleed' zijn. Deze verklaring is minder waarschijnlijk.
Literatuur: Philippa 1991


  naar boven