1.   gegadigde zn. 'belanghebbende, belangstellende, sollicitant'
categorie:
geleed woord
Vnnl. eerst in de vorm gegadingde 'die wil (kopen)' [1666; WNT trekken], al spoedig ook in de vorm gegadigde 'die graag wenst' [1672; WNT toezegging].
Van gegadingde, letterlijk 'iemand die gading heeft, iemand die lust heeft (om iets te kopen, een werk aan te nemen, etc.)', een afleiding van gading 'zin, genoegen, lust' met het voorvoegsel ge- (sub e) in de betekenis 'voorzien van'. De -n- is verdwenen, zoals bijv. ook in verdedigen uit verdedingen.


  naar boven