|
1. |
begaafd bn. 'getalenteerd' categorie: geleed woord Mnl. begavet 'begiftigd' [ca. 1450; MNW gave]; vnnl. be-gaeft 'begiftigd, voorzien van' [1599; Kil.]; nnl. meestbegaafd 'meest getalenteerd' [1856-59; WNT]. Verl.deelw. van mnl. begaven 'begiftigen, schenken, met gaven overladen', gevormd uit be- en gave 'wat gegeven wordt, gift', waarbij die gaven zowel geestelijk als stoffelijk (bijv. ook ziektes) kunnen zijn. Mnd. begaven; mhd. begaben (nhd. begabt 'getalenteerd'). Vergelijkbaar met begaven bij gave is begiftigen bij gift. Fries: -
|
naar boven
|