1.   onthutst bn. 'ontsteld'
categorie:
geleed woord
Vnnl. Sy is soo gantsch onthutst, ... Dat 'ze is zozeer ontsteld, dat' [1625; WNT].
Verl.deelw. van onthutsen 'ontstellen', dat is afgeleid met het voorvoegsel ont-, dat hier het begin van een handeling aangeeft, van hutsen 'schudden', waarvoor zie husselen. Het werkwoord zelf is weinig frequent.
Fries: -


  naar boven