1.   go zn. 'Japans bordspel'
categorie:
leenwoord
Nnl. go 'Japans spel op een bord voor twee spelers' [1917; Winkler Prins].
Ontleend aan Japans go, de benaming van een spel dat gespeeld wordt op een goban 'spelbord, go-bord', met zwarte en witte go-ishi 'go-stenen, go-schijfjes'. Het zeer oude spel komt oorspronkelijk uit China, waar het wei ch'i 'bordspel van omsingeling' heet.
Het spel is aan het eind van de 19e eeuw naar het Westen gekomen, de oudste attestaties in het Duits, Engels en Frans zijn uit resp. 1880, 1890 en 1893. Go wordt gespeeld op een bord met 19 horizontale en 19 verticale lijnen; de spelers plaatsen beurtelings hun schijfjes op de kruispunten, met het doel de tegenstander te omsingelen.


  naar boven