1.   chipolata zn. 'soort gevulde pudding'
categorie:
leenwoord
Nnl. chipolata 'soort pudding' [1859; WNT Aanv.], ook als chipolata-pudding [1910; WNT Aanv.].
Ontleend aan Frans chipolata 'worstje; ragout of saus bij wild met uien, kastanjes en worstjes' [1866; Rey], eerder al 'ragout met uien' [1742; Rey] < Italiaans cipollata 'id.', een afleiding van cipolla 'ui' < Latijn caepula, verkleinwoord van Latijn caepa 'ui', zie siepel.
De pudding ontleent zijn naam aan zijn overeenkomst in uiterlijk met een fijne ragout. Het Frans kent de betekenis 'pudding' niet, alleen 'varkensworstje' (evenals het Engels en Duits).


  naar boven