1.   eelt zn. 'hoornachtige verdikking van de huid'
categorie:
substraatwoord
Vnnl. eelt 'id.' [1567; Claes 1994a].
Wrsch. een vorm met toegevoegde -t (zoals bij arend) bij een niet geattesteerde vorm mnl. *ele. Naast alle Germaanse vormen is het opvallend dat Kiliaan eelt uitdrukkelijk als Hollands aanduidt. De verdere etymologie is onbekend. De geringe verbreiding en het betekenisveld suggereren een substraatwoord.
Mnd. ele, elde, elt 'eelt'; ofri. ile, il 'voetzool'; oe. ile 'voetzool'; on. il 'voetzool'; < pgm. *il- 'voetzool'.


  naar boven