1.   visioen zn. 'bovennatuurlijke waarneming'
Mnl. vision, visioen 'droomgezicht of bovennatuurlijke verschijning' in Dos es dat vision volcomen 'zo is dat visioen uitgekomen' [1265-70; VMNW], Ende ganc int lant van visioene 'en ga naar het land uit het droomgezicht' [1285; VMNW].
Ontleend aan Frans vision 'bovennatuurlijke waarneming' [1100-50; TLF], ontwikkeld uit Latijn vīsiō (genitief -iōnis) 'het zien; droomverschijning', zie visie.
Fries: fisioen


  naar boven