1.   teken zn. 'blijk, merk'
categorie:
waarschijnlijk erfwoord, geleed woord
Onl. teikan 'teken, goddelijke boodschap' in Thu geui ... teikin 'jij geeft een teken' [10e eeuw; W.Ps.]; mnl. teken 'teken (al met vele betekenisnuances)' in bijv. di gesien hadden di teiken 'die de (goddelijke) tekenen gezien hadden' [1200; VMNW], dar umbe sal ic u ... ein teiken geuen harde scone. ein andolihe uan einen rinde. die willic dat men uor ú binde. ant iseren uan úwen spere 'daarom zal ik u als beloning een zeer fraai herkenningsteken geven. Een worst van rundvlees, daarvan wil ik dat men deze voor u aan het ijzer van uw speer zal binden' [1220-40; VMNW].
Os. tēken (mnd. teken); ohd. zeichan (nhd. Zeichen); ofri. tēken (nfri. teken); oe. tācen (ne. token); on. teikn (nzw. tecken); got. taikn; alle 'teken, verschijnsel e.d.', < pgm *taikna-, naast *taikni- (got. taikns 'id.'). Hiervan afgeleid zijn de werkwoorden: mnl. tekenen (zie onder); os. tēknian (mnd. tekenen); ohd. zeihhanen, zeihnen (nhd. zeichnen); oe. tǣcnan; on. teikna (nzw. teckna); got. taiknjan; alle 'een teken geven, van een teken voorzien e.d.', < pgm. *taiknōn-. Hierbij hoort wrsch. ook pgm. *taikijan- > oe. tǣcan 'tonen, onderwijzen' (ne. teach). Zie nog betekenen.
Pgm. *taik- wordt meestal beschouwd als variant *doiǵ- van de wortel pie. *deiḱ-/doiḱ- 'wijzen', waarvoor zie aantijgen. Er zijn echter geen verwante woorden buiten het Germaans met pie. (of *g).
tekenen ww. 'schetsen, afbeelden'. Mnl. tekenen 'van een merkteken voorzien' [1240; Bern.], hebben wi desen brief doen tekenen met onsen cleinen seghele 'hebben wij deze brief gemerkt met ons kleine zegel' [1271-72; VMNW], 'een teken geven' in Hi teekende. ende leidde op hoer Din goeden man 'hij gaf een teken en leidde de goede man weg' [1265-70; VMNW], 'een vorm geven, afbeelden' in dan leghet de moeder up .i. cleet menech sadekin ghereet letterwijs ghetekent 'dan legt het vrouwtje op een kleed vele eitjes klaar in de vorm van een letter' [1287; VMNW ghetekent], ghetekent metten vingre sine in twee tafle maerberine 'met zijn vinger getekend in twee marmeren platen' [1300-25; MNW-R], Hoe Daris scilt ghetekent was 'hoe de afbeelding op Daris' schild eruitzag' [1390-1410; MNW-R]. Afleiding van teken. De oorspr. betekenissen 'van een merkteken voorzien' en 'een teken geven' zijn verouderd, behalve in enkele specifieke toepassingen, bijv. tekenen 'zijn handtekening plaatsen'.
Fries: tekentekenje


  naar boven