1.   entourage zn. 'omgeving'
categorie:
leenwoord
Nnl. entourage "de omgeving, omzetting; bijzonder bij vrouwelijken opschik" [1824; Weiland].
Ontleend aan Frans entourage 'omgeving' [1776], een afleiding bij het werkwoord entourer 'omgeven, omringen' [1538], afgeleid van entour 'om, rondom' [1080], gevormd uit en 'in' en het zn. tour 'ronde', zie toer.


  naar boven