1.   scrupule zn. 'gewetensbezwaar'
categorie:
leenwoord
Vnnl. scrupule 'gewetensbezwaar' in het welcke Meester Gentianus noemt een fastidieus scrupule te wesen 'waarvan meester G. zegt dat het een vervelend gewetensbezwaar is' [1569; WNT brok], zonder scrupule in doch nyet sonder scrupule [1619; WNT Supp. attestatie].
Ontleend aan Frans scrupule 'gewetensbezwaar' [1375; Rey], zelf ontleend aan Latijn scrūpulus 'klein puntig steentje', figuurlijk 'bezwaar, bezorgdheid', verkleinwoord van scrūpus 'puntige steen; bezorgdheid', verdere herkomst onzeker.
Fries: skrupule


  naar boven