1.   secretaris zn. 'bestuurslid belast met correspondentie enz.'
categorie:
leenwoord, leenwoord, leenwoord, leenwoord
Mnl. secretaris 'beëdigd schrijver die voor een persoon of een bestuur de correspondentie voert; griffier' in openbaer notaris en secretaris tUtrecht [1413; MNW schafferie]; vnnl. 'eerste ambtenaar van een gemeentebestuur' in Het Ampt ... van den Secretaris bestaet ... hier inne, dat hy in alle de vergaderingen ... tegenwoordich is, omme ... alle 't gene daer in verhandelt ... werdt aen te teyckenen '... dat hij in alle vergaderingen aanwezig is om alles wat daar behandeld wordt te noteren' [1641; WNT]; nnl. 'bekleder van een functie in een vereniging, een commissie enz.' in [zij] zullen vijf in getal zijn, een President, een Sekretaris, een Briefschryver, een Opziener ..., en een Penningmeester [1767; WNT].
Ontleend aan middeleeuws Latijn secretarius 'vertrouwd raadsman, geheimschrijver, notulist' [11e eeuw; Rey], afgeleid van klassiek Latijn sēcrētum, zie secreet 1. Zie ook secretaresse.
secretariaat zn. 'kantoor voor secretariële werkzaamheden; de gezamenlijke secretaressen'. Nnl. secretariaat 'ambt van secretaris' [1720; Meijer], in Het secretariaat ... bekleed hebbende [1753; WNT], 'kantoor van een secretaris' [1872; Van Dale], 'de gezamenlijke secretaressen van een kantoor' [1950; Van Dale]. Ontleend aan Frans secrétariat 'de gezamenlijke secretaresses van een kantoor' [1893; Rey], eerder al 'kantoor waar secretariële werkzaamheden worden verricht' [1680; Rey], 'ambt van secretaris' [1538; Rey], afleiding van secrétaire 'secretaris'. ontleend aan middeleeuws Latijn secretarius. ◆ secretaris-generaal zn. 'hoogste functie bij bepaalde organisaties'. Nnl. eerst als deel van de verbinding Secretaris Generaal van Staat 'zekere hoge staatsambtenaar' [1806; WNT staat], dan secretaris-generaal 'algemeen secretaris' in secretaris-generaal of referendaris bij een departement van algemeen bestuur [1871; WNT referendaris], 'hoogste ambtenaar na de minister aan een ministerie; hoofd van de vaste ambtenarenstaf' [1913; WNT klerk], 'hoogste functie bij een grote organisatie, zoals de Verenigde Naties (sinds 1946) en de NAVO (sinds 1949), maar ook elders' in sinds 1921 secretaris-generaal van de Poolsche socialistische partij [1948; WNT Supp anti- I]. Ontleend aan Frans secrétaire général [1789; Rey]; voor het tweede lid zie generaal 1 'algemeen'. ◆ staatssecretaris zn. 'onderminister'. Nnl. in de vorm secretaris van staten 'secretaris van de (gewestelijke) staten' [1688; WNT staat], staatssecretaris 'secretaris van de (gewestelijke) staten' [1786; WNT post II], staatssecretaris '(als titel in het buitenland) ambt vergelijkbaar met dat van een minister' in den toenmaligen Staats-Secretaris van Indië, de Hertog van Argyll [1896; WNT], staatssecretaris 'lid van de Nederlandse regering die onder verantwoordelijkheid van een minister een deel van diens taak behartigt (welke functie in Nederland bestaat sinds de Grondwetsherziening van 1948 en in België sinds 1970)' [1950; Van Dale], 'minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten' [1961; Van Dale] als leenvertaling van Engels Secretary of State [1599; BDE]. Samenstelling van staat 2 en secretaris, gevormd (behalve in de laatste attestatie) als leenvertaling van Frans secrétaire d'état 'staatssecretaris' [1816; Rey], eerder al 'staatsambtenaar die de brieven van de koning schreef, verstuurde en archiveerde' [16e eeuw; Rey].
Fries: sekretaris, siktarissekretariaatsekretaris-generaalsteatssekretaris


  naar boven