1.   motie zn. 'voorstel dat niet op de agenda staat'
categorie:
leenwoord
Nnl. motie 'extra voorstel in een vergadering' in de Nationaale Vergadering ... de motie ... [1793; Vad.lett., 46], in het Engels parlement meer dan één vruchtelooze motie [1797; Vad.lett., 59], in vaste verbindingen als motie van wantrouwen, motie van afkeuring, bijv. in de Kamer heeft door hare motie van afkeuring het kabinet omvergeworpen [1866; WNT], motie van orde 'voorstel betreffende de vergaderorde' [1866; WNT].
Ontleend, wrsch. deels via Frans motion 'voorstel, met name niet geagendeerd voorstel, in de politiek' [1775; TLF], aan Engels motion 'voorstel in een overleg-vergadering' [1579-80; OED], ouder al mocioun 'voorstel, suggestie, beweging in een bepaalde richting' [1412; OED], en 'beweging' [1412-20; OED]; het Engelse woord is zelf weer ontleend aan Oudfrans motion 'beweging' [ca. 1225; TLF], dat een geleerde ontlening is aan Latijn mōtiō (genitief -ōnis) 'beweging', een afleiding van movēre 'bewegen, doen bewegen', verl.deelw. mōtus, zie motor. Zie ook commotie, emotie, promoveren.
Fries: moasje


  naar boven