1.   mot 2 zn. 'ruzie, twist'
categorie:
verkorting, leenwoord
Nnl. mot 'oorveeg, slag' [1865-70; Schuermans], mot zoeken 'ruzie zoeken' (studentikoos gebruikt) in omdat hij met Kloos heeft gemotzocht [1891; Endt 1974], mot 'ruzie' in motte we weer mot met Arie krijgen? [1900; WNT zullen I].
Traditioneel neemt men aan dat de betekenis 'ruzie' is ontwikkeld uit dialectisch mot, motte 'klap, slag, mep', dat door NEW, Toll. en EDale als een klankwoord wordt verklaard. Volgens Debrabandere is het echter een verkorte vorm van West-Vlaams blamot 'murw' in iemand blamot slaan, Oost-Vlaams plamote 'kaakslag, mep', Zeeuws plamoten 'handen'. Dit zijn vormen met dialectische -o- uitspraak van lange -a- van een woord dat ook voorkomt als West-Vlaams plamate 'plak, strafwerktuig voor kinderen' en dat voor het eerst verschijnt als vnnl. plamate, palmate in kinderen ... die men noch slaet met plamaten ende roeden [1555; Stall. III, 89], palmmaete, plammaete, palmatorie 'roede waarmee de handpalm van kinderen geslagen wordt, plak' [1599; Kil.]. Dit woord is zowel met als zonder metathese van de -l- ontleend aan Latijn palmātus 'met de vlakke hand gedaan', verl.deelw. van palmāre 'met de vlakke hand doen', afleiding van palma 'binnenkant van de hand, handpalm', zie palm 2.
Uit Latijn palmata ook Oudfrans palmee, pamee 'klap met de handpalm'. De betekenis van Zeeuws plamoten 'handen' staat nog dicht bij 'handpalm'; Frans paumé 'verdwaasd, helemaal van de kaart', letterlijk 'met de handpalm geslagen', heeft nagenoeg dezelfde betekenis als West-Vlaams blamot 'murw geslagen'.
Literatuur: F. Debrabandere (2005), "Het woord mot 'mep' ", in: Liber Amicorum Willy Pijnenburg, Leiden, 45-51
Fries: mot


  naar boven