1.   -eren achterv.
categorie:
leenwoord
De meeste werkwoorden op -eren zijn ontleningen aan het Frans. Het achtevoegsel correspondeert dan met de Franse infinitief-uitgang -er.
Pas in het Nieuwfrans (na de 16e eeuw) is de uitgang -er gaan overheersen, daarbij in de plaats komend van het oudere -ier. Het Nederlands, dat al die tijd in levendig contact is geweest met het Frans, heeft deze ontwikkeling overgenomen. Het Middelnederlands heeft dan ook steeds vele werkwoorden op -ieren, bijv. hantieren (zie hanteren), schoffieren (zie schofferen). In het Duits, dat na de Middeleeuwen veel minder in contact met het Frans is gebleven, is de oude situatie blijven bestaan en is de met Frans -er corresponderende uitgang nog altijd -ieren.
Literatuur: Schönfeld 1970, par. 162


  naar boven