1.   beslechten ww. 'vereffenen, uit de weg ruimen'
categorie:
geleed woord
Vnnl. beslichten, beslechten 'uitmaken, beslechten' [1500-50; MNW].
Afleiding met be- van het werkwoord slechten, mnl. slechten, slichten 'glad maken; vereffenen', afleiding van het bn. slecht. Onder invloed van dit bn. heeft de werkwoordsvorm met -e- de vorm met -i- verdrongen.
Mhd. beslihten 'glad maken, vereffenen'; nfri. besljochtsje.
Fries: besljochtsje


  naar boven