1.   bintje zn. 'aardappelsoort (ras van Solanum tuberosum)'
categorie:
eponiem
Nnl. bintje [1910; Sanders 1993].
Eponiem, vernoemd door de Friese schoolmeester Kornelis Lieuwes de Vries naar een van zijn leerlingen, Bintsje Jansma, vernederlandst Bintje, het verkleinwoord (om de vrouwennaam te vormen) van de voornaam Ben < Benedictus, zie Benedictijn.
De door De Vries ontwikkelde aardappelvariƫteit werd in 1905 voor het eerst geteeld en in 1910 op de markt gebracht. De Vries teelde ook andere aardappelsoorten die hij namen van zijn kinderen en later namen van leerlingen gaf (Sipke, Trijntje, Cato), maar deze soorten hadden minder succes.
Literatuur: Grauls 1991, 39-40
Fries: bintsje


  naar boven