1.   dompelen ww. 'onder laten gaan in vloeistof'
categorie:
intensiefvorming of frequentatief
Vnnl. gedompelt in ... vergeet 'verzonken in vergetelheid' [1605; WNT], dompelen 'in vloeistof laten ondergaan' [1630; WNT verlaat I].
Wrsch. een iteratief bij vnnl. dompen 'doen ondergaan': Hy doch zouw my ... duykelen en dompen In een diepe modderplas 'hij zou mij immers onderdompelen in een diepe modderplas' [1672; WNT]. Dompen wordt verklaard als een genasaliseerde vorm bij de wortel van diep en dopen 1.
Als dompen hoort bij de wortel van diep en dopen, is het verwant met ohd. tumphilo 'draaikolk' (nhd. Tümpel 'vijver, plas'), Engels dump 'met water gevuld gat' (dat echter aan het Noors kan zijn ontleend) en Noors dump 'gat'.
Buiten het Germaans zijn dan mogelijk verwant Litouws dùbti 'hol worden, inzinken' en dumburȳs 'diep met water gevuld gat' (IEW 267-8).
Het woord duidde een onderdompelen in een vloeistof aan, maar kon vanaf de vroegste attestaties ook overdrachtelijk worden gebruikt.


  naar boven