1.   geuze zn. 'biersoort'
categorie:
verkorting
Nnl. eerst in de samenstelling geuzelambik 'Brusselse biersoort' in Brussel! ... Stad van faro en geuze lambik [1903; WNT lambik], geuze-lambic [1925; van Dale Hwb.], dan ook niet samengesteld, in geuze 'amberkleurig bier uit de buurt van Brussel, bereid door nagisting van lambik op de fles' in nog 'nen alve flesch geuze [1931; WNT Aanv.], van de schuimloze lambiek na ongeveer een jaar de schuimende lambiek of geuze [1957; WNT Aanv.].
In de samenstelling geuzelambi(e)k 'biersoort' is geuze mogelijk ontleend aan Hoogduits Gose 'zeker type bovengistend bier' [14e eeuw; Kluge], oorspronkelijk bier uit Goslar en genoemd naar het riviertje de Gose dat door die stad stroomt. Het tweede lid lambi(e)k 'bier van tarwe en gerst' [voor 1869; WNT uitzet] is mogelijk afkomstig van (bier) alambiek '(bier uit het) distilleertoestel' (bij wijze van spreken, omdat het bier zo sterk is) of 'uit het brouwvat' (omdat dat de vorm van een distilleerkolf had) en is ontleend aan Frans (bière) alambic. Daarin is alambic 'distilleertoestel' [alambit 1269-77; TLF] ontleend aan Arabisch al-anbīq 'de vaas, het vat', ontleend aan Grieks ambix 'vaas'. Een andere, minder waarschijnlijke verklaring is dat het zou gaan om bier uit Lembeek, tot 1795 een vrije heerlijkheid zonder tolrechten en accijnzen, waar dus veel brouwers en alcoholstokers gevestigd waren; lambiek zou dan ontstaan zijn via de Franse uitspraak van Lembeek, maar de i is daarmee niet goed te verklaren.


  naar boven