1.   vergissen (zich) ww. 'abuis zijn'
categorie:
geleed woord
Vnnl. (zich) vergissen 'verkeerd handelen, falen, op grond van een verkeerd inzicht' in ons toch niet en blaemt, al waert dat wy vergisten 'neem het ons toch niet kwalijk, ook al zouden we ons vergissen' [1564; WNT], Elders mocht sy haer vergissen ... Hier en canse nergens missen 'elders zou ze zich kunnen vergissen, hier kan ze absoluut niet de fout ingaan' [1621; WNT].
Afleiding met het voorvoegsel ver- (sub c) van gissen 'raden, vermoeden'.
Fries: -


  naar boven