1.   hokken 2 ww. 'haperen'
categorie:
geleed woord
Nnl. hokken 'haperen, stokken' in de betaling (soude) gehokt hebben [1780; WNT] en bijv. het gesprek hokte [1865; WNT].
Herkomst onduidelijk. Wegens het bestaan van het synonieme en rijmende woord stokken, dat aan het Duits is ontleend, veronderstelt men wel samenhang daarmee (NEW, Toll.). Stokken is in die betekenis echter jonger. Wrsch. is hokken niets meer dan een overdrachtelijke afleiding van hok, waarbij men moet denken aan 'in hokken, in stukken verdelen'. Men denkt ook wel aan een nevenvorm van hakken en vergelijkt dan Nieuwzweeds hacka 'haperen', Nieuwnoors hakke 'haperen, hakkelen', beide naast de betekenis 'hakken'. In het Nederlands kwam en komt hakken echter niet in overdrachtelijke betekenissen voor. Dat is wel het geval bij hakkelen, maar bij dat woord zou men dan als nevenvorm eerder *hokkelen verwachten.


  naar boven