1.   bami zn. 'Chinees-Indisch gerecht'
categorie:
leenwoord
Nnl. Bami is een soort van dunne macaroni, gekruid met allerlei specerijen, bereid met ... [1897; WNT kikkerbil], bami [1907; Koenen].
Via het Maleis uit Min-Chinees bbāh 'varkensvlees' en bbnī 'noedels van tarwemeel', zie ook mie. Dit Chinese woord is via de kolonie Nederlands-Indië de Nederlandse taal binnengekomen. De meeste Chinezen in Nederlands-Indië waren sprekers van het Min, de taal van de Chinese provincie Fujian en het nabijgelegen eiland Taiwan.
In de vormvariant bakmi 'bami' wordt de glottisslag in de Min-vorm grafisch als k weergegeven.
In de veelvoorkomende samenstelling bami goreng 'gebakken bami' is het Chinese woord een verbinding aangegaan met het Maleise bn. goreng 'gebakken'.
bapao zn. 'gestoomd broodje met vulling', met vormvariant bakpao. Ontleend aan Min-Chinees bbāh 'varkensvlees' en bo 'wikkel'. In de jaren 1960 alleen op de Zeedijk in Amsterdam verkrijgbaar, maar later in heel Nederland een zeer populair gerecht. Vanaf de jaren 1990 hoeft de vulling evenwel niet meer van varkensvlees te zijn.
Fries: bamy


  naar boven