1.   archeologie zn. 'oudheidkunde'
categorie:
leenwoord, geleerde schepping
Nnl. archaeölogie 'id.' [1824; Weiland].
Ontleend, via een van de moderne talen, zoals Frans archéologie [1599; Rey], Engels archaeology [1607], of Duits archäologie [1750-1800; Pfeifer], aan Neolatijn archaeologia 'oudheidkunde' < Grieks arkhaiologíā 'verhalen uit het verleden, oudheidkunde', een afleiding (zie -logie) van dezelfde stam als in archaïsch.
Fries: argeology


  naar boven