1.   leges zn. mv. (NN) 'vergoeding voor ambtelijke verrichtingen'
categorie:
leenwoord, alleen in België of Nederland
Vnnl. leges 'administratieve heffing' [1545; MNHWS], betalende ... de leges 'de ambtelijke kosten' [1582; WNT].
Ontleend aan middeleeuws Latijn leges 'kosten van ambtelijke verrichtingen' [1496; Fuchs], meervoud van lex in betekenissen als 'vastgestelde geldstraf binnen een bepaald rechtsgebied' [779; Niermeyer], eerder al 'opgelegde straf' [614; Niermeyer], uiteindelijk hetzelfde woord als klassiek Latijn lēx (genitief lēgis) 'contract, overeenkomst, wet, verordening', zie legaal.
Naar analogie van andere leenwoorden met de lettercombinatie -ege(-), zoals college, manege, privilege, komt ook bij leges de uitspraak met /zj/ voor; in het Fries is dit zichtbaar in de spelling leezjes.
Fries: leezjes


  naar boven