1.   aangezien vgw. 'omdat'
categorie:
leenvertaling
Mnl. aengesien 'aangemerkt; omdat, daar' in combinatie met dat: Anghesien dat daer niet af en kwam als si haepten 'aangezien het resultaat niet zo was als zij hadden gehoopt' [15e eeuw; MNW], gheaensien dat [1401, Brugge; Stall.]. Ook als voorzetsel met de betekenis 'met het oog op, in aanmerking nemend', bijv. aengesien yghelix brief ende betoech van ghelyken ouderdom 'gezien eenieders oorkonde en bewijsvoering van gelijke ouderdom' [z.j.; MNHW].
Dit gebruik van het verl.deelw. van aensien (nnl. aanzien) is in absolute constructies ontstaan naar Latijns of Oudfrans voorbeeld (Oudfrans veüe (voorzetsel) '(aan)gezien' [1080]; Nieuwfrans vu que 'aangezien'). Aangezien zonder dat komt voor vanaf 1616 (WNT); zie ook zien, aanzicht.


  naar boven