1.   fond zn. 'ingedikte bouillon'; (BN) 'lange afstand'
categorie:
leenwoord, betekenisverschil België/Nederland
Nnl. fond 'achtergrond' [1889; WNT], 'grond van iemands karakter' [1889; WNT], maar in deze betekenissen verouderd, behalve in de uitdrukking à fond 'grondig', au fond 'in wezen, eigenlijk'. Daarnaast fond 'ingedikt kooknat', in dit grond-nat (fond) dient als basis bij de bereiding van soepen en sausen [1939; Lodewijks, p. 506], fond 'ingedikte bouillon als basis voor soepen, sausen e.d.' [1992; van Dale]; specifiek BN is de betekenis 'lange afstand', zoals in de uitdrukking halve fond 'middellange afstand (in de atletiek bijv. 800 of 1500 m hardlopen)' [1991; Verschueren].
Ontleend aan Frans fond 'ondergrond' [ca. 1190; Rey], 'grond van iemands karakter' [1656; Rey], 'basis voor een saus' [1800; Rey], afgeleide betekenissen bij het algemene woord voor 'bodem', ontwikkeld uit Latijn fundus 'bodem, grond; landgoed', verwant met bodem, en zie ook fonds en fundament. Ook halve fond komt uit het Frans (demi-fond [1897]), als gevolg van een betekenisontwikkeling 'basis' > 'basisconditie' > 'uithoudingsvermogen', vervolgens in course de fond 'langeafstandsrit of -tocht' en ten slotte een metonymische overgang (demi-)fond '(middel)lange afstand'.
Literatuur: H. Lodewijks (1939), Wijnkelder, Keuken en American-Bar, Rotterdam
Fries: fond


  naar boven